Hier was ik erg aan toe, een paar dagen zon en warmte. We ziten nu in Jinghong, op de grens met Laos. In Zuid China dus. Overal palmbomen in de straten en vrolijke uitbundige mensen. Je hebt geen geen idee dat je in China bent hier. Han Chinezen zijn er bijna niet meer, het grootste deel van de bevolking bestaat uit zgn minderheden, mensen van verschillende achtergronden, stammen, bergdorpjes of immigranten uit het nabijgelegen Laos of Birma. Eigenlijk zijn we elke dag een beetje in de war, met dat Chinees van ons kunnen we wel terecht, maar beter is het nog als je hier Laotiaans kan spreken of Thais. Alls opschriften in winkels zijn dubbel: Chinees en een lokaal schrift, wat er inderdaad heel Laotiaans uitziet.
Ik breng de dag door met Mira, Holger en Miguel. We zijn een Europese ratjetoe: Bulgarije, Duitsland en Spanje. En ik dus. Ik ben de eerste week met Mira op pad geweest in Suzhou, een stad zo'n 90 km van Shanghai, in het oosten van het land. Het was er berekoud, voelde er ouderwets Hollands koud aan. Ik heb geloof ik net mazzel gehad, het waren de 3 koudste dagen daar tot nu toe, de temperatuur zakte onder het vriespunt en ging tot op mijn botten. Maakte geen bal uit hoeveel ik nu eigenlijk aanhad, overal was kou. Natte kou. Heel anders dan in Beijing, waar de temperatuur veel lager is momenteel, maar waar een droge kou is. Zeker met de zon erbij teken ik voor de winter daar. Bovendien is er in Beijing in de meeste (openbare) gelegenheden zoals restaurants verwarming. Dat kan je vergeten in het zuiden, waar Suzhou is. Onder de Yangtse rivier zijn er geen verwarmingen meer. Dat klinktt raar, maar het is echt zo. Daar subsidieert de overheid niet meer, omdat het er de rest van het jaar goed te doen is. Alleen nu dus niet. Gelukkig had onze hotelkamer een airconditioner, die we de hele dag hebben laten loeien, ook toen we weg waren, eerlijk gezegd. We zaten er in restaurants met jas aan en shawl om, om warm te blijven en het deed me denken aan de allerleerste keer dat ik in China was, met Marieke. Toen hebben we in precies deze periode 3 maanden door het land gereisd en droegen overal binnen en buiten onze jassen. Halverwege de trip had ik taoen allemaal vetvlekken op mijn jas, onder mijn kin, omdat de noodles alle kanten op slingerden in een poging om met stokjes te eten. OK, dat gaat nu in ieder geval beter.
Maar nu: palmbomen. Heerlijk. En al die lagen zijn afgepeld, zodat ik vandaag alleen in een Tshirt langs de Mekong-rivier heb gefietst. Het is een groot feest met zijn vieren op pad te zijn. Mira is gek op shopping malls, hoge hakken en glinmende kerstversiering. Dingen die hier dus niet te vinden zijn. Maar ze wilde heel graag samen op pad naar een plek waar ze nog nooit eerder was geweest. Dus daar zitten we dan nu; in een soort heerlijk onbekommerd niemandsland op de Zuid-Chinese grens. Ik heb wel even mijn twijfels gehad over onze trip, omdat ze dit nog nooit eerder had gedaan. 't Is toch meer reizen dan 'vakantie' hier zal ik maar zeggen. Zij met een enorme trolley op wieltjes, ik met mijn rugzak in de sleeperbus, maar we zijn hier nu en met een beetje duwen her en der, gaat ze mee het 'avontuur' in. Vandaag zijn we op de fiets met zijn vieren het platteland op gegaan, naar allemaal kleine dorpjes. Mira met al haar sieraden om, slingerend over landweggetjes, ondertussen roepend waarom we hier in godsnaam zijn. Wat er nu zo leuk is aan dit dorpje en waar we naar toe gaan. Ze vindt de dorpjes armoedig en begrijpt werkelijk niet wat we er doen. We hebben gisteren een uitgebreide en interessante discussie gehad over reizen. Waarom reizen we eigenlijk, is het de armoede die aantrekkelijk is. Zouden we hier ook zijn als alles verwesterst was. Ik begon me te realiseren dat het wel degelijk uitmaakt dat we uit verschillende delen van Europa komen.
Mira ziet in de zgn rustieke plekken die we hier bezoeken iets heel anders dan wij. Het herinnert haar aan het dorp waar haar grootouders wonen, in de bergen. Het ziet er net zo uit, dezelfde krakkemikkige huizen, mensen die op straat eten koken. Waar wij drien uit west-Europa helemaal uit ons dak gaan als we weer een nieuw leuk, misschieen beetje viezig, straatje hebben gevonden met allemaal straat-eet-stalletjes, en van alles uit proberen, wordt zij juist geconfronteerd met een leven dat ze van vroeger kent. En waar ze zich aan ontworsteld heeft. Ze woont en leeft in Warna, aan de Zwarte Zee, heeft gestudeerd en een goede baan. Bulgarije is sinds kort EU-lid en is bezig met een verdere moderniseringsslag, waar waardering van het rustieke straatbeeld nou niet meteen de eerste aandacht heeft. Niet van haar in ieder geval.
Maar uiteindelijk heeft ze wel heel erg genoten van de fietstocht. Ze had sinds haar 14e niet meer gefiets. hInde loop van de dag kreeg ze meer vertrouwen en het zadel ging naarmate de dag vorderde steeds hoger. Morgen gaan we toch maar weer.