Saturday, October 18, 2008

Maruska in de bergen




Tijdens mijn Annapurna Circuit-trek van een dag of 20 heb ik met verschillende mensen gelopen. Ik wilde geen ‘drager’ of gids meenemen, ik voelde me conditioneel sterk genoeg om mijn eigen spullen te dragen. Ook had ik geen zin in een gids: de trail is duidelijk genoeg vind ik/hoopte ik, bovendien zit je met een beetje pech 20 dagen opgescheept met zo’n populair Nepalees gastje: Een jongen die weliswaar Engels spreekt en leuk gezelschap kan zijn, maar die vaak ook op zoek is naar een potentiële Europese huwelijkskandidate, als escape uit de Nepalese bergen en op zoek is naar een welvarender bestaan. Niet dus. Maar alleen lopen in de bergen is geen optie, dat is te gevaarlijk. Het lost zich vanzelf op, al die wandelaars zonder porter of gids haken vanzelf bij elkaar aan. Ik heb gelopen met Spanjaarden, Canadezen, Duitsers en een oneindig aantal Israëli’s (die hadden trouwens wel allemaal porters en gidsen. Israeli’s lopen bijna allemaal met elkaar, met nogal veel tekst en geluid). En met Tsjechen: vrij in het begin ben ik Vladimir en Frantisek tegengekomen. Twee vrienden uit de omgeving van Pilsen die geen woord Engels spraken. Hoe ze überhaupt zo ver zijn gekomen in Nepal is een prestatie op zich. Wel spraken ze wat Duits trouwens, dus dat werd ons bergtaaltje. We liepen ongeveer hetzelfde tempo, dat is ook wel een beetje uitzoeken, wie er ongeveer in dezelfde snelheid de bergen op/af loopt. De mannen hadden al (!) hun spullen meegenomen, niks in Kathmandu in een hotel achtergelaten. Dus ze liepen ieder met een kilo of 18 op hun rug, complete verbandtrommel mee en 6 smaken poeder voor aanmaaklimonade etc etc. Vandaar dat ik ze met mijn 10 kg goed bij kon houden. De meest intensieve etappe van de tocht heb ik met hen gelopen: naar de Thorong La pas op een hoogte van 5416 meter. Ik startte oorspronkelijk op 300 meter, dus heb ook dagen rust moeten nemen vlak voor de top om te acclimatiseren, zodat ik hoogteziekteverschijnselen zoveel mogelijk kon voorkomen. De eerste dagen waren erg mooi geweest, veel zon, tropische warmte en vegetatie. Naarmate we hoger kwamen werd de lucht droger, verdwenen de bomen en verschenen de yaks. De top en ook de weg ernaartoe is besneeuwd en aan weerszijden zie je gletsjers. Het is soms doodstil en die stilte is verrukkelijk. Ik heb delen van deze trail alleen gelopen, niet dit deel trouwens, en er is niets heerlijker dan je eigen ritme te vinden en vol vertrouwen (zonder angst voor beesten, mensen, verlies van de route) in de natuur te lopen. Het duurt even voordat ik dat te pakken had, maar het voelt erg goed. We waren wel een goed team met zijn drie-een. Met Vladimir en Frantisek liep ik naar boven, naar de pas, en weer een stuk naar benenden naar de eerstvolgende lodge (om te slapen). Een stijging van 1000 meter en een afdaling van 1600 meter (naar de lodge op uiteindelijk 3800 meter ofzo). Een wandeling waar geen einde aan leek te komen, we hebben 11 uur gelopen, zonder echte pauze. We startten om 4.30 uur in het donker, zodat we zo min mogelijk last zouden hebben van de wind die later op de dag opsteekt. Vladimir had met name moeite met ademen op de weg naar boven. Dat maakte dat we rustig aan deden. Op de top was een hutje waar we even gerust hebben. Het grappige is dat veel mensen op deze hoogte erg ‘vaag’ worden, zich niet meer helemaal bewust zijn van alles. Toen ik vroeg of iemand een foto van ons wilde nemen, liep diegene naar voren en naar achteren om alles in beeld te krijgen, terwijl ik net de ‘zoomfunctie’ had uitgelegd. Ik voelde me erg opgelucht dat we de top hadden gehaald, maar het was er koud en ik wilde zsm naar beneden. Ik had tot dan toe nog niet echt last gehad van de hoogte. De wandeling naar beneden was vreselijk; mijn hoofd begon toen pas zwaar te bonken en ik werd misselijk. Ik ben af en toe gaan zitten op een steen in de sneeuw in de zon. En voelde me zo wegglijden in een slaaptoestand, en kan me voorstellen dat het hier heel gevaarlijk kan zijn. Zolang de zon er is het heerlijk, maar zodra hij weg is en het gaat waaien bevries je als je lang blijft zitten. We hebben elkaar de berg op- en afgekletst, ik weet inmiddels na al het stijgen de dalen de Tsjechische woorden voor die begrippen. Genoeg tijd om met elkaar te spreken over gewoontes, het leven en andere dingen. En ook om soms helemaal niks te zeggen. Opvallend was dat ik na een paar dagen merkte dat de mannen telkens de naam van een vrouw noemden die ik niet kende, als ze onder elkaar Tsjechisch spraken. Ene Maroeska. Totdat Vladimir opeens tegen me zei, ‘He Maroeska, wil je nog wat water drinken’? Zoals blijkbaar gebruikelijk in het Tsjechisch hadden ze mijn naam verkleind. Ik ben er niet op vooruit gegaan vind ik, maar vooruit. De afdaling was prachtig maar dus ook vreselijk. Kale vlaktes met sneeuw. En kale vlaktes zonder sneeuw. Ik moest ontzettend nodig naar de wc, geen boom of rots te bekennen. We hadden een min of meer vaste loopvolgorde: Vladimir, ik, Frantisek. Ik wilde even achter blijven hangen om te plassen, maar ze waren zo galant en consequent dat ze elke keer aangaven dat ik tussen hen in kon lopen en voor kon gaan. Duurde heel lang voordat ze begrepen dat ik wilde plassen. Dat Duits liep niet altijd even soepel. Aan de afdaling tot het eerstvolgende dorp leek geen einde te komen, Ik was helemaal gesloopt aan het eind van de dag en voor niemand meer aangenaam gezelschap. Eenmaal in de lodge kreeg ik ruzie met een Israeli omdat-ie een half uur in de douche zat (met het excuus dat hij 7 dagen niet gedoucht had). Ja ik ook niet eikel!

No comments:

Post a Comment